‘Digitaal mijn raadswerk moeten doen voelt niet als de essentie van politiek’

Wij spraken Lene Grooten, raadslid voor GroenLinks in Amsterdam, over digitaal vergaderen, inspraak en wat dit betekent voor burgerlobbyisten. 

Hoe was het om weer voor het eerst sinds maanden in de raadszaal te vergaderen? 

Het was even wennen met alle coronamaatregelen, maar heerlijk om weer echt te kunnen vergaderen en debatteren. Ik heb dat enorm gemist. Het was natuurlijk fijn dat we met de spoedwet digitaal vergaderen weer aan het werk konden, maar eerlijk gezegd vond ik het politieke werk online niet goed te doen. 

Wat maakt online vergaderen zo anders dan fysiek vergaderen? 

Het contact tussen raadsleden werd heel functioneel. Dat klinkt misschien handig, maar politiek werk is voor een groot deel informeel. Als je een verschil van mening hebt en net stevig hebt staan debatteren, maak je in de pauze even een kletspraatje of kun je even een grapje maken om de lucht te klaren. Of als we allemaal balen dat een vergadering uren uitloopt en we na afloop nog even samenkomen. Die momenten maken ons werk makkelijker en prettiger. 

Tijdens een echt debat zijn de tegenstellingen soms groot, we bevragen elkaar scherp. Dat is veel lastiger op afstand. Online luisterde ik naar wat anderen zeggen en praatte ik tegen een scherm aan. Iedereen vertelde vooral zijn eigen verhaal. Online een discussie of gesprek voeren is bijna niet te doen. En dan ook nog zonder inwoners die inspreken of mensen op de publieke tribune. Dat is niet de essentie van politiek voor mij.

Ik zou heel graag weer in gesprek gaan met inwoners over hun ideeën, zorgen en oplossingen voor de komende periode. Dus laat vooral van je horen! 

Hoe kun je op dit moment van je laten horen in Amsterdam? 

In sommige steden kunnen inwoners via een laptop in de raadszaal inspreken. Dat klinkt heel goed, maar in Amsterdam hebben we per vergadering veel insprekers. Als deze allemaal naar de Stopera komen, moeten we de Stopera ook zo inrichten dat dit voor hen veilig is. Daarom kun je op dit moment helaas alleen schriftelijk inspreken. Daar ben ik niet echt blij mee, want die drempel is veel te hoog. 

Sinds 10 juni vergaderen we weer fysiek. We zien dat als een test om te kijken hoe en of het politieke proces weer offline kan plaatsvinden. Het presidium is bezig met een plan voor het ‘coronaproof’ organiseren van inspraak. Bijvoorbeeld door insprekers in een aparte ruimte te verwelkomen of commissievergaderingen in de raadszaal te organiseren. Ook zou het mogelijk zijn om naast de bestaande vergaderingen extra inspraakmomenten te organiseren of om insprekers via filmpjes hun verhaal te laten overbrengen. 

Elk van die opties heeft voor- en nadelen. Uiteindelijk is de vraag hoe we ervoor zorgen dat de raad een zo goed mogelijk beeld krijgt van wat de inwoners vinden van de besluiten die voorliggen. Dat is nog best ingewikkeld, want we hebben enorme vertraging opgelopen in ons raadswerk. Hierdoor is de beschikbare tijd om te vergaderen beperkt. 

Voor inwoners is de Stopera dus op dit moment ook gesloten. Hoe houd je nu toch contact? 

De drempel om naar de Stopera te komen en af te spreken met een raadslid is altijd al hoog. De mensen die mij kennen en me gericht mailen of bellen, doen dat nu ook. Maar dit is altijd een kleine groep. De meeste mensen ontmoet ik in de stad, tijdens een bijeenkomst of een werkbezoek. Dit zijn vaak mensen die nog geen vaste agenda of een duidelijk doel, maar wel goede ideeën hebben. 

Verder organiseer ik elke woensdag een koffiemoment, waar iedereen welkom is die iets met mij wil bespreken. Tot de coronacrisis kwamen er elke week mensen op af. Met hen probeerde ik dan bijvoorbeeld een voorstel te maken voor de raad. Al deze ontmoetingen zijn voor mij een enorme waardevolle toevoeging, dus die natuurlijke momenten mis ik nu enorm. 

Zoeken inwoners nu helemaal geen contact? 

Ik kreeg aanzienlijk minder mails of telefoontjes van inwoners dan voor de coronacrisis. Ik denk dat mensen in het begin vooral bezig waren met andere dingen. De berichten die ik ontving waren ook heel anders dan normaal. Het waren vooral de noodsignalen van mensen die door de crisis echt in de problemen zijn gekomen, bijvoorbeeld omdat de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) niet voor iedereen goed werkt. 

Nieuwe ideeën kreeg ik veel minder binnen. Volgens mij denken mensen al snel dat we te druk zijn met andere dingen of dat er toch geen geld is. Voor een deel is dat waar, maar laat dat niet de reden zijn om geen contact op te nemen.  

Gelukkig krijg ik sinds een week weer veel meer berichten. Misschien omdat we als raad weer meer agendapunten behandelen of misschien omdat mensen weer meer ruimte beginnen te krijgen om over de toekomst na te denken. Dat weet ik niet precies. 

Heb je tips voor inwoners en burgerlobbyisten? 

De problemen in het land en de stad zijn groot. We zijn in een situatie beland waarin het coalitieakkoord op de schop gaat, want de financiële kaders kloppen helemaal niet meer. De komende tijd zullen we alle ideeën en ambities tegen het licht moeten houden en met elkaar moeten bepalen wat en hoe we zoveel mogelijk kunnen bereiken met deze nieuwe situatie in ons achterhoofd. 

Dat zijn grote vragen, dus ik vind het belangrijk om te horen hoe inwoners daarover denken. Dus laat je niet tegenhouden door het gebrek aan ontmoetingsmogelijkheden: stuur me alsjeblieft een mailtje of een brief. 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.