“De meeste organisaties praten vol overtuiging vanuit hun eigen belang. Ik snap het wel, maar een breder verhaal landt altijd beter.”

Interview door Pieter Veldhuizen 

Hans Spekman kennen we vooral als voormalig partijvoorzitter van de PvdA. Op dit moment is hij directeur van het Jeugdeducatie-fonds.

Maar voordat hij de overstap maakte naar de landelijk politiek als Kamerlid was hij jarenlang actief als politicus in de gemeente Utrecht: van 1994 tot 2001 was Spekman raadslid voor de lokale PvdA. Van 1998 tot 2001 was hij ook fractievoorzitter. 

Daarna werd Hans Spekman wethouder. Hij was verantwoordelijk voor Sociale Zaken, Maatschappelijke Opvang, Verslavingszorg, Sport en de wijken NoordWest en Zuid. Deze functie bekleedde hij van 2001 tot en met 2006.

“Als raadslid maak je weinig professionele lobby’s mee”, zo begint Spekman als we hem vragen naar zijn ervaring met lobbyisten in het Utrechtse, “maar als het gaat om niet-professionele lobby’s zijn er voorbeelden te over.” Spekman geeft aan dat er veel maatschappelijke organisaties waren die hem goed wisten te vinden, bijvoorbeeld als het ging om de discussie rondom de opvang van dak- en thuislozen. Maar ook lokale ondernemers lobbyden flink, is zijn ervaring.

Hoe maak je als raadslid of wethouder een afweging in het belangenspel van verschillende organisaties? “Dat is iets waar je natuurlijk permanent mee bezig bent. De meeste organisaties praten vol overtuiging vanuit hun eigen belang. Maar daar was ik nooit zo gevoelig voor. Ik snap het wel, maar een breder verhaal landt altijd beter.” 

Spekman noemt als lokaal lobbysucces een bewonersinitiatief rond de bouw van Hostel Hogelanden, een GGZ-instelling die opvang biedt aan mensen met een ernstige alcoholverslaving. “Omwonenden hebben er voor gezorgd dat de architect terug naar de tekentafel moest om het ontwerp van het gebouw aan te passen. Dat was nog nooit gebeurd! Dat doorbrak jarenlange stedenbouwkundige vasthoudendheid.” 

Spekman maakte ook mee dat het gevlij toenam toen hij wethouder werd. “Hoe meer macht, hoe vriendelijker mensen worden.” zegt hij lachend. “Of het nou ondernemers of maatschappelijke organisaties zijn. Als politicus moet je daar buiten staan en juist een brede andere afweging maken” 

En wat te denken van de steun van de gemeente voor FC Utrecht? Als een van de eerste gemeenten hield Utrecht de plaatselijke voetbalclub overeind toen deze dreigde om te vallen. Spekman: “in die tijd heb ik menig supporter aan de deur gehad.”

Spekman ziet dat door marktwerking en aanbestedingen er wel steeds meer reden is voor professionals om in gemeenten te lobbyen. In het algemeen wordt het contact tussen overheid en burger ook zakelijker, iets waar Spekman voor wil waarschuwen: “vroeger belde je als visboer gewoon een ambtenaar voor een nieuwe vergunning, nu bel je een anoniem nummer en sta je eindeloos in de wacht.” Spekman vindt dat mensen die oprecht zijn in hun bedoeling makkelijk toegang moeten hebben tot ambtenaren.

Hij geeft aan dat het ook van belang is dat lokale volksvertegenwoordigers zich niet beperken tot het lezen van stukken van het college. “Je moet benaderbaar zijn voor je achterban. Ga naar de plekken toe waar de discussie plaatsvindt. Ik was ook altijd bereikbaar per mail of telefoon.”Aan de andere kant heeft Spekman ook nog wel een tip voor mensen die actief willen worden in Utrecht als lobbyist. “Verdiep je in de lokale issues, de politieke cultuur verschilt overal. Ik heb veel mensen en organisaties gesproken die zich gewoon niet verdiepten en wat er speelde in onze stad. Daar kijk ik toch wel van op.”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.